(foto © Linda Engelen)
Mensen die mij al wat langer kennen, weten dat ik aardig wat geknokt heb in m’n leven. Vooral eigenlijk tegen mezelf. Ik heb het altijd allemaal perfect willen doen, waardoor ik ondanks donkere periodes in m’n leven altijd m’n hoofd boven water heb weten te houden. Op m’n zestiende of zeventiende werd door het Riagg al eens gesproken over medicatie, maar op die leeftijd had ik de stellige overtuiging dat medicatie niet nodig was en er alleen maar nadelen aan kleefden. Mijn beslissing om die weg (nog) niet in te slaan, werd dan ook respectvol geaccepteerd. Gelukkig maar!
Sinds die tijd ben ik een tijdje opgekrabbeld, maar ook nog een aantal keer door diepe dalen gegaan. Het was echt een tijd van ups en downs, zeg maar. Waarbij ik langzaamaan mezelf steeds beter leerde kennen, maar door allerlei extreme en helaas vastgeroeste normen en waarden (waaronder dat alles zo perfect mogelijk moet) werd ik door mezelf tegengehouden in wat ik wilde. Zelfacceptatie was ver te zoeken. Ik had mezelf als het ware vastgeketend in een ideaalbeeld waar ik aan moest voldoen, op het gebied van uiterlijk en vervolgens op het gebied van gedrag, studie, werk, leven. Dat ging als volgt.
Een kleinere kledingmaat
Al sinds ik me kan herinneren heb ik mijn gewicht niet kunnen accepteren. Mijn vroegste herinnering over gewichtsissues was toen ik acht was. ACHT! Als ik er nu aan terugdenk, maakt ’t me boos en verdrietig dat ik me destijds op school al zo heb laten inprenten dat ik niet goed genoeg was vanwege mijn gewicht. Geen wonder dat ik een verstoord eet- en bewegingspatroon heb ontwikkeld. Ik ging van zo min mogelijk eten naar stiekeme eetbuien naar compenseren en vervolgens naar eetbuien zonder compenseren en daar bleef ik zo’n beetje mijn hele leven tussen schommelen. En dat waren zelfs alleen maar SYMPTOMEN van mijn daadwerkelijke probleem; enerzijds een negatief en verstoord zelfbeeld en anderzijds het gevoel dat uiterlijk het allerbelangrijkst is om 100% OK te kunnen worden gevonden. Intussen hoor je van alle kanten allerlei onwetende mensen zeggen dat je “gewoon minder moet eten”. De frustratie was groot. Nog steeds, trouwens, wat dat betreft.
Omdat ik mijn ideaalbeeld nooit heb bereikt (hoewel; drie jaar geleden was ik er vreselijk dichtbij, ook al vond ik dat toen niet), bleef ik in de tussentijd op alle andere gebieden in mijn leven streven naar perfectie. Van binnen voelde het nooit perfect, maar zolang het aan de oppervlakte akelig dichtbij kwam, was ’t goed. Dan was ik tenminste niet helemáál waardeloos.
Een universitaire studie
Na de middelbare school ging ik psychologie studeren in Maastricht. Ik wist precies wat ik wilde, altijd al! Somewhere along the way ben ik het alleen een paar keer “vergeten”, uit angst dat ik niet goed genoeg was. De spanningen braken me op en bezorgden me dagelijkse, niet-te-verdragen hoofdpijnen, vooral in de aanloop naar een verplichte presentatie voor een volle collegezaal en het idee om in een andere stad te moeten gaan studeren (en dus wonen) voor de studierichting die ik in gedachten had. Ik maakte me dan ook na bijna twee jaar haastig uit de voeten, met een uitstekende cijferlijst op zak en bovendien een zeer verbaasde studiebegeleider achterlatend.
Een fulltime baan
Thuis zitten was geen optie, dus ik zocht meteen naar een baan. Die vond ik in het centrum van Heerlen bij een boekhandel, waar ik parttime terecht kon als verkoopster. Dat wilde ik echter niet altijd blijven doen, dus zocht ik intussen door naar iets anders. Zo ben ik op kantoor beland. Soms werkte ik parttime, maar over ’t algemeen fulltime, want als iedereen dat kon, dan moest ik dat immers ook kunnen. Hoe slecht ik me ook voelde.
In de tussentijd was mijn mantra “geen fouten maken, altijd ruim op tijd komen, blijven bijscholen, een hogere functie ambiëren en daarbij hopen dat iedereen me een fantastische collega vindt”. Dat alles lukt echter niemand, maar dat begreep ik toen nog niet zo goed, geloof ik.
Ik begon aan verschillende cursussen naast mijn baan, waarvan ik sommige afrondde en sommige niet. Mijn droom om iets met psychologie en therapie te gaan doen sluimerde altijd, maar als mijn hoop dat dat ook echt ooit ging lukken weer eens vervaagde, stortte ik me van ellende maar in iets anders wat ik bijvoorbeeld al bewezen had dat ik goed kon. Maar dat was ’t nooit helemáál.
Eén huwelijk voor ’t leven
Een perfect plaatje betekende in mijn belevingswereld ook dat je maar één keer trouwde en dat moest en zou dan slagen. Koste wat kost. Het was dan ook ontzettend moeilijk voor mij om op een gegeven moment te moeten toegeven aan mezelf en mijn naasten; mijn huwelijk was gestrand en wel na net geen 2,5 jaar, op mijn 29e. We waren bijna tien jaar samen en ik zal niet ontkennen dat ik ook leuke tijden heb gehad met mijn ex-man, maar ergens wist ik al langer dat dit geen leven lang kon duren. We groeiden uit elkaar en bleken te verschillend. Maar ja, in mijn ogen was er maar één optie, dus op ’t laatst modderden we nog wat aan en vertelden we onszelf dat ’t allemaal oké was.
De omslag kwam in 2013. Er waren verwachtingen waar ik niet aan kon en wilde voldoen en ik durfde pas voor mezelf te kiezen toen ik voor ’t eerst in de ogen keek van mijn huidige partner (al wist ik dat toen natuurlijk nog niet). Vanaf dat moment werd alles anders. In mijn huwelijk begon ik te vechten voor wat ik wilde en vooral wat ik niet wilde, maar mijn (nu ex-) man vocht een ander gevecht (zíjn gevecht, waar hij net zoveel recht op had, uiteraard). Dus er was maar één uitkomst mogelijk. Achteraf gezien een geluk, mijn ex-man heeft een nieuw gezinnetje dat hem hopelijk biedt wat hij wil en ik kan alleen maar voor mezelf spreken als ik zeg dat ik zielsgelukkig ben met mijn huidige man en hij me letterlijk steunt door dik en dun.
Uiterlijk blijft bovenaan staan
Iemand waar ik van hou (you know who you are ;-)) zei een aantal weken geleden tegen me: “Ik snap het eigenlijk niet. Je lijkt alles te hebben: een leuke partner, een mooi huis, een vaste baan, een grote vriendenkring. Wat mist er dan?” En het is ook eigenlijk gewoon zo. Ik heb mijn studie niet afgemaakt en mijn eerste huwelijk is gestrand, maar ondanks dat ben ik gewoon prima terecht gekomen, al zeg ik ’t zelf. Maar ik kan gewoon niet accepteren dat mijn gewicht niet OK is en ondanks een levenslang gevecht krijg ik dat tot nu toe ook maar niet onder controle. En het beïnvloedt ALLES. Omdat ik dat niet kan accepteren, voel ik me heel vaak minderwaardig aan de ander en ik vermoed heel sterk dat daar ook mijn perfectionisme vandaan komt en dat ik heel moeilijk nee kan zeggen, grenzen kan aangeven en voor mezelf durf te kiezen.
Inmiddels krijg ik sinds april van dit jaar toch medicijnen om mijn klachten wat te verminderen en ik moet zeggen; het helpt wel. Ik slaap stukken beter en heb na al die jaren strak gespannen te staan weer geleerd om echt te ontspannen. Dat is heerlijk!!! Het vreemde is alleen soms dat ik mezelf nog continu voel worstelen en vechten, maar over het algemeen ben ik er veel opgewekter onder. Dat is ook wel eens dubbel, verwarrend en een beetje eng. Maar het maakt de reis naar zelfacceptatie wel wat draaglijker. Ik voel mezelf veranderen en ben me steeds bewust van waar ik naartoe wil en hoe ik daaraan kan werken. Het is wel vaak twee stappen vooruit, één stap achteruit, maar ik ga vooruit en dat is het belangrijkste.
— Wil je iets delen naar aanleiding van mijn verhaal? Is het herkenbaar of juist niet? Laat het weten in de reacties hieronder! —
Schat wat mooi omschreven en wij vinde jou een prachtige en hele lieve vrouw ben trots dat k kan zegge dat je een vriendin van my bent en beetje familie hihi ?
Wat lief Wendy dankjewel! Jullie zijn toppers, ben ook blij dat we elkaar hebben leren kennen en dat we vriendinnen zijn! xxx