Vijf jaar geleden overkwam het mij; ik kreeg een miskraam. Ik kan dan ook uit persoonlijke ervaring zeggen dat de geestelijke en lichamelijke impact groot is. Bovendien merkte ik dat ik niet de enige was. Pas als je erover communiceert, zeggen aardig wat vrouwen waarvan je het nooit hebt geweten ineens: “Oh ja? Ik ook.”
Van de zwangere vrouwen die jonger zijn dan 35 jaar krijgt namelijk 10% een miskraam. Vanaf die leeftijd neemt dat percentage alleen maar toe.
Daarom deel ik hier mijn persoonlijke verhaal. Omdat ik weet hoe prettig een stukje herkenning kan zijn.
De eerste weken van mijn zwangerschap
Het voelt ontzettend vreemd om “mijn zwangerschap” te typen; het is immers alweer een hele tijd geleden en mijn kindje is niet op deze wereld. Ook dat feit voelt overigens heel erg dubbel; de relatie met de vader van ’t kindje is namelijk alweer een tijdje voorbij en bovendien verre van vriendschappelijk geëindigd. Als zij dus toch ter wereld was gekomen, was het voor ons allemaal – inclusief het onschuldige kindje – geen pretje geweest.
Destijds was het echter een wondertje dat mij zielsgelukkig maakte. Ik besef dat velen die mij niet kennen en/of dezelfde ervaring niet delen dit misschien niet geloven, maar ik wist vanaf dag één dat ’t zover was. En de volgende ochtend werd ik wakker met een meisjesnaam in mijn hoofd: Sarah. Alsof zij zich aan mij had voorgesteld, leek het alsof haar zieltje in elk geval al gekoppeld was aan dit minuscule groepje cellen.
Zekerheid
Ik ben niet gelovig, dus ik kon (en kan) niet verklaren waar dit gevoel vandaan kwam. Sowieso wachtte ik tot ik een test kon doen voordat ik het 100% durfde te geloven. Deze tests (eentje op 17 november 2012 en eentje een dag later) bevestigde echter inderdaad mijn gevoel; ik was zwanger. Ik volgde alle stappen; ging naar de huisarts, kocht alle boeken die ik kon vinden over zwangerschap en begon een zwangerschapsdagboek bij te houden. Geduldig wachtte ik een tijdje tot ik mijn familie inlichtte; dit deed ik met gedichtjes die – net als het nieuws zelf – erg positief werden ontvangen.
Lichamelijke en geestelijke gevolgen
Al snel voelde ik van alles veranderen in mijn lichaam. Destijds was ik bijvoorbeeld totaal niet van ’t fruit, maar ineens kreeg ik een lichamelijke drang om appels te gaan eten. Ook werd ik heel erg moe. Dat ging allemaal heel erg snel.
Een week na de testen begon ik me wel al zorgen te maken. Ik had nauwelijks ‘klachten’, dus vroeg me af of dat wel klopte.
Van kloppend hartje naar miskraam
Op 6 december 2012 zou ik mijn eerste echo krijgen. Echter, op 5 december in de ochtend kreeg ik op het werk een bloeding. In paniek ging ik naar huis en regelde dat ik die dag al terecht kon. Tijdens de echo leek het vruchtzakje in eerste instantie leeg te zijn, waar ik erg van schrok. Uiteindelijk verscheen echter toch een hartslag, verstopt in een hoekje. Wat een blijdschap! Maar die vreugde werd meteen weer in de kiem gesmoord, toen de verloskundige vertelde dat de hartslag wat traag was voor de 8e week. Dat kon twee oorzaken hebben: ik was minder ver dan we dachten, of het kindje was een week geleden gestopt met de ontwikkeling.
Ik liet diezelfde woensdag nog bloed prikken in ’t ziekenhuis en vrijdags moest ik dan weer bloed laten prikken. Ze meten dan het verschil in de zogenaamde HCG waarde; die moest in 48 uur verdubbelen. Bijna een hele dag moest ik wachten op de uitslag; dat deed ik thuis op de bank met in mijn handen de mini slofjes die ik al had gekocht.
Toen het ziekenhuis na al die vreselijke uren iets vóór vijven belde dat de waarde inderdaad plusminus verdubbeld was, was ik weer zielsgelukkig.
Maar helaas… het mocht niet zo zijn. Op zondag 9 december kreeg ik weer een bloeding die gepaard ging met veel pijn. We meldden ons opnieuw bij de verloskundigenpraktijk, waar ze weer een echo deden. Intens verdrietig was ik toen bleek dat het lichtje in mijn buik alweer gedoofd was.
Ik had een miskraam gehad.
Het vruchtje zat er nog
Na het verdrietige nieuws volgde een nare periode. Het vruchtje was niet vanzelf afgekomen, dus dat moest worden opgewekt. Ik kon kiezen tussen een curettage ingreep in ’t ziekenhuis, of het thuis met iets van medicijnen zelf opwekken. Dat laatste leek me toen de meest prettige oplossing, dus daar koos ik voor. In de apotheek word je apart genomen in een kamertje, waar ze je dan vertellen hoe je ’t moet doen. Dat doen ze natuurlijk voor je eigen privacy, maar op dat moment voelde het stiekem, alsof ik iets heel erg verkeerds deed.
Op het afgesproken tijdstip bracht ik het medicijn in en daarna zou ’t enkele uren duren tot ’t ging gebeuren. Ik kon in de tussentijd gewoon gaan slapen. Veel eerder dan de bedoeling was, werd ik echter wakker met verschrikkelijke steken en krampen en ik heb vervolgens uren op het toilet doorgebracht. Dubbel geklapt en regelmatig schreeuwend van de pijn. Een helsere nacht heb ik nog nooit meegemaakt.
Toen het vruchtje er eindelijk uit kwam, heb ik het opgevangen en een paar dagen bewaard, om er afscheid van te nemen.
Ziekenhuisbezoeken
Ik was natuurlijk ook een aantal keer in ’t ziekenhuis in verband met mijn miskraam. Dan zit je daar in de wachtkamer tussen zwangere koppels, waarvan de meesten erg gelukkig kijken. En dat is ze natuurlijk van harte gegund, maar als je eigen wondertje je is afgenomen, is dat ontzettend pijnlijk.
Nog pijnlijker is ’t als je gynaecoloog de schuld in je schoenen schuift omdat je kampt met overgewicht. Haar harde woorden en kille houding braken het laatste stukje hart dat nog heel was en ik heb heel lang wisselende gevoelens gehad van boosheid richting haar en schuldgevoelens jegens mijzelf. Ik ontken niet dat het wellicht één van de oorzaken kan zijn geweest dat mijn kindje het niet heeft gered, maar het was pure speculatie en mijns inziens zeer onnodig en ongevoelig om het er op die manier in te wrijven.
Verwerking
Het verlies van mijn kindje-in-wording had me gebroken en het heeft maanden, jaren geduurd voor ik er overheen was. Dat lukt overigens nooit helemaal, want ze zit er nog steeds, in m’n hoofd en hart. Ik weet dat ’t vreselijk ingewikkeld was geweest als ze wel ter wereld was gekomen, maar aan de andere kant doet ’t toch pijn. Er groeide een levend wezentje in mijn buik en dat is overleden. Ik ben moeder maar toch ook niet. Dat klinkt misschien heel overdreven voor mensen die het niet herkennen, maar diegenen die hetzelfde hebben meegemaakt weten precies wat ik bedoel.
Laat je dan ook nooit vertellen dat een miskraam pas ‘telt’ vanaf dat je eerst een bepaald aantal weken zwanger was! Als ’t voor jou voelt als een verlies, dan heb je het volste recht dat zo te voelen!
Steun uit de omgeving
Gelukkig kreeg ik veel steun uit mijn directe omgeving.
Mijn vader had voor mij een mooi houten kistje gemaakt, waarin ik allerlei herinneringen kon bewaren, zoals echo foto’s, het dagboekje en het paar slofjes dat nooit gebruikt zou worden. Dat kistje heb ik nog steeds en is nog steeds speciaal.
Verder kreeg ik kaartjes en lieve berichtjes van vrienden, familie en collega’s. Mijn lieve vriendin Monique maakte zelf een mooi hart met een vlinder erop; ook die heb ik natuurlijk bewaard.
En ik schreef een liedje. Het enige liedje dat ik ooit schreef waar ik ook echt iets in zie. Sarah’s Song. Tekst en akkoorden heb ik, nu nog iemand die het muzikaal kan afmaken zodat ik ’t kan zingen en ’t opgenomen kan worden. Dat zou mij heel gelukkig maken. Er zijn namelijk niet zoveel liedjes die over miskramen gaan. En muziek heelt mij, dus ik had ’t echt wel nodig.
Een constante, nare reminder
Naast de emotionele nasleep, werd ik ook op een andere nare manier iedere maand herinnerd aan mijn miskraam. Ik ben niet iemand die voor elke steek of krampje zeurt; sterker nog, ik neem de pijn voor wat ‘ie is en als ’t echt nodig is neem ik een pijnstiller, maar je hoort me er niet over. Echter, gedurende vele maanden na mijn miskraam had ik helse pijnen rondom mijn menstruatie. Tijdens de pijnaanvallen had ik vreselijke steken in mijn baarmoeder. Ik kon niet staan, niet zitten, niet liggen. Alleen maar voorovergebogen schreeuwen en wachten tot ’t overging.
Dit stopte pas toen ik weer met de pil begon. En ik ben nooit meer met de pil gestopt, dus ik heb geen idee wat er zou gebeuren als ik dat wel zou doen. Soms voel ik op de achtergrond hetzelfde type pijn, alsof de pil iets heftigers onderdrukt, en ook dan denk ik er natuurlijk weer aan.
De tijd heelt alle wonden?
Misschien is dat wel zo, dat de tijd alle wonden heelt. Maar littekens zijn wel blijvend en waar ooit een wond zat, blijft meestal een zwakke plek. Soms word ik dan ook nog wel geraakt als ik om me heen iets hoor over zwangerschappen en baby’s. Niet omdat ik op dit moment zelf dolgraag zwanger zou willen zijn, maar vanwege dat verlies van al die jaren geleden. Dat blijft toch bestaan, wat er ook gebeurt.
— Heb jij het zelf ook meegemaakt? Hoe ben jij er mee om gegaan en hoe reageerde je omgeving, als je het tenminste verteld hebt? Deel het met ons, als je dat prettig vindt! Of bezoek dit forum voor anonieme steun als je ’t nodig hebt. —